Ik had het nooit zo op dingen die kapotgaan. Ik dacht altijd dat breken iets slechts is. Dat wat stukgaat, minder waard wordt. Minder mooi. Minder bruikbaar.
Tot ik zelf brak.
Eerst lichamelijk, door het herseninfarct. Daarna emotioneel, door alles wat dat teweegbracht. En dit jaar opnieuw — toen ik werd opgelicht en letterlijk alles kwijtraakte. Mijn pensioen. Mijn vertrouwen. Mijn zelfbeeld. Alles.
Ik was als een vaas die uit je handen glipt.
Scherven overal. En ik sta ertussen. Nog steeds.
Wat moet je met de gebroken stukken?
Ik weet het soms nog steeds niet. Ik kan nog steeds wel janken bij de gedachte aan de puinhoop die ik heb aangericht…
Op sommige dagen wil ik het gewoon opgeven. Die stukken opvegen, in de vuilnisbak kieperen, en er nooit meer aan denken. Maar iets in mij — iets kleins, iets hardsnekkigs — weigert. En misschien is dat hoop. Of koppigheid. Of geloof. Geen idee.
In Japan hebben ze daar iets moois voor. Kintsugi. En eerlijk is eerlijk, ik heb dat beeld van Kintsugi al vaak gehoord… Zo vaak, dat ik het ook een tikkeltje afgezaagd begon te vinden… Maar het is en blijft een schitterend en briljant concept.
Vazen die breken, worden daar niet altijd weggegooid. Ze worden soms hersteld met goudlijm. De barsten blijven zichtbaar. Juist die barsten worden zo benadrukt. Het idee is juist om ze niet weg te moffelen, maar om te laten zien: hier is iets gebeurd. Hier is geleden. En overleefd. De barst wordt gedragen als een sieraad.
En ook al ben ik het beeld al vaak tegengekomen. Nu pas begrijp ik wat het écht betekent. Omdat ik het niet langer alleen maar snap — ik bén zelf die vaas. Ik ben die barsten. En het goud?
Dat moet nog komen. Denk ik. Hoop ik.
Ik schaam me nog vaak
Voor mijn breekbaarheid. Mijn littekens. Mijn domme fouten. Mijn afhankelijkheid. Dat ik het zelf heb gedaan. Dat ik niemand erbij betrok. Dat ik, met een beschadigd hoofd, dacht: “dit los ik wel alleen op.”
Maar langzaam begin ik te snappen: misschien zit er kracht in dat gebroken zijn. Niet de “stoere, inspirerende” kracht waar mensen soms over praten. Maar de kracht die zegt: ik ben er nog. En ook al doet het zeer. Ik leef nog.
Ik voel me vaak allesbehalve krachtig. Eerder wankel. Verdrietig. Moe.
Maar misschien is dát dus juist wat echt is. Niet de gladgestreken versie van mezelf laten zien, maar deze. De gebutste. De rouwende. De zoekende.
Ook jij hebt barsten
Misschien lees je dit en denk je: ja, dit herken ik. Misschien ben je ook iets kwijtgeraakt. Iemand. Je richting. Je vertrouwen. Je hoop.
Laat me dit dan zeggen — en ik zeg het ook tegen mezelf terwijl ik het typ:
Gooi jezelf niet weg.
Ook al voelt het waardeloos. Ook al zie je nog geen glans. Ook al lijkt alles kapot.
Er komt misschien een moment dat je de lijm vindt. Of dat iemand anders het aandraagt. Of dat je samen, met trillende handen, iets begint te lijmen. En misschien blijft het broos. Maar ook broos kan mooi zijn.
Je bent niet minder geworden.
Je bent meer geworden.
Meer echt. Meer kwetsbaar. Meer jij.
📣 Open Atelier Dag – zaterdag 28 juni
Soms helpt het om dingen in het echt te zien. Kunst. Kleur. Iemand die ook aan het lijmen is.
Kom gerust langs. Mijn atelier is open, de koffie staat klaar. En jij — met al je barsten — bent meer dan welkom.
📍 Paulus van Hemertstraat 19, Amsterdam
🕙 Aanstaande zaterdag 28 juni van 10.00 tot 16.00 uur
Geef een reactie