Vandaag had ik mijn eerste afspraak met mijn bewindvoerder.
Peter heet hij. Aardige man, geloof ik. We hebben elkaar rustig leren kennen tijdens een korte kennismakingsronde met twee kandidaten, en op basis van gevoel heb ik voor hem gekozen. Simpelweg omdat hij het meest ‘oké’ voelde. Soms heb je niet meer dan dat.
Maar eerlijk is eerlijk: het blijft confronterend.
Dat ik op dit punt ben beland. Dat ik – 43 jaar, ooit zelfstandig ondernemer, spreker, schrijver – nu onder bewind kom te staan. Omdat mijn omgeving, met name mijn familie, er geen vertrouwen meer in heeft dat ik mijn financiën zelfstandig kan beheren.
En als ik eerlijk ben, snap ik dat ook.
Het is niet alleen die enorme financiële oplichting van eerder dit jaar – waarbij ik bijna €140.000 verloor. Het is ook mijn hersenletsel, dat ik overhield aan het infarct. De gaten in mijn geheugen. De trager geworden verwerking. De moeite om overzicht te houden. Dingen die je van buitenaf misschien niet altijd ziet, maar die wél elke dag meespelen.
En dat maakt het lastig.
Ik voel me kwetsbaar. Alsof ik weer een stukje regie verlies. Alsof ik de sleutels van mijn eigen huis moet inleveren. Alsof ik een kind ben dat zakgeld krijgt en toestemming moet vragen als hij iets groters wil kopen. Alsof ik het zelf niet meer kan. En dat raakt. Aan mijn trots. Aan mijn zelfbeeld.
Maar dat stemmetje dat zegt: “je bent minder,”
dát heeft ongelijk. Dat is een leugen.
Ik ben niet minder omdat ik hulp nodig heb.
Ik ben niet minderwaardig omdat ik beperkingen heb.
Ik ben nog steeds Jurjen – met dromen, met talenten, met een hart dat klopt.
Wat zo’n bewindvoerder precies gaat doen? Ik weet het nog niet exact. Ik begreep dat ik een vast budget krijg voor mijn dagelijkse uitgaven, en dat Peter het overzicht bewaart over de rest. Grote uitgaven zullen via hem gaan. Het voelt alsof ik een stukje vrijheid inlever. Maar misschien krijg ik er ook iets voor terug: rust. Bescherming. Ademruimte.
En ergens, tussen de onrust en het ongemak, klinkt gelukkig ook nog die andere stem. Die zachte, die hoopvolle stem die zegt:
“God zorgt voor jou. Hij weet wat je nodig hebt. Hij laat je niet los.”
En dus blijf ik me daaraan vasthouden. Aan die belofte. Aan die hoop.
Het is niet makkelijk, dit nieuwe hoofdstuk. Maar het is wél een stap richting herstel. En misschien – heel misschien – is dat geen zwakte, maar juist kracht.
Want het komt goed. Dat is mijn vaste hoop. Echt waar.


Geef een reactie